Betekenis 'doende'

Je hebt gezocht op het woord: doende.

1doen (deed, heeft gedaan) 1een werking verrichten; = uitvoeren: zo gezegd zo gedaan het uitgesproken voornemen werd direct uitgevoerd; iets gedaan krijgen zorgen dat het gebeurt; niets te doen hebben geen werk hebben; het is niet te doen te moeilijk om gedaan te worden; ertoe doen belangrijk zijn, meetellen, verschil maken; (België) iem. laten doen hem zijn gang laten gaan2als beroep hebben: wat doet je vader?3iets verrichten ten voor- of nadele van het object: die hond doet niets doet geen kwaad4het gewenste effect hebben: dat nieuwe boek deed het goed werd veel verkocht; dat doet er niet toe maakt niets uit5functioneren: de rem doet het niet meer6(voortdurend) het genoemde verrichten: aan toneel doen7het doen (met iem.) geslachtsgemeenschap hebben (met iem.)8zich uiten, zich gedragen: moeilijk, vervelend doen over een kwestie9omschrijvend of versterkend werkwoord: hij doet een poging; roken doet hij niet 2doen (het; o) 1iemands doen en laten handel en wandel; uit zijn doen zijn nerveus door ongewone omstandigheden; voor zijn doen niet slecht voor iem. van zijn vermogens; in goeden doen zijn (a) welgesteld, rijk zijn; (b) fit, in vorm zijn doen·de (bijvoeglijk naamwoord) 1bezig: al doende leert men door iets vaak te doen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.