Betekenis 'benauwend'

Je hebt gezocht op het woord: benauwend.

be·nau·wen (benauwde, heeft benauwd) 1angstig maken; = beklemmen be·nau·wend (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1angst gevend; = drukkend: een benauwende hitte

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.