Betekenis 'Kom'
Je hebt gezocht op het woord: Kom.
1kom (de; v(m); meervoud: kommen; verkleinwoord: kommetje) 1bakje, schaal; kop (zonder oor): een kom soep2komvormige diepte in een oppervlakte: de stad ligt in een kom3bebouwde ruimte: bebouwde kom; dorpskom¶een schouder uit de kom hebben een ontwrichte schouder hebben
2kom (tussenwerpsel; gebiedende wijs van komen) 1aansporende roep2uitroep van ongeloof of verbazing3uitroep om te sussen
ko·men (kwam, is gekomen) 1een plaats bereiken: aan land komen2onderweg zijn naar een plaats3aanstaande zijn: er komt storm4afkomstig zijn: ze komt uit Leuven5(+ van, door) veroorzaakt worden of zijn: dat komt door je onverschilligheid6(+ te) (hulpwerkwoord) in een situatie raken die de onbepaalde wijs noemt: hij kwam te vallen7(koppelwerkwoord): het komt wel weer goed wordt¶achter iets komen iets te weten komen; hoe kom je erbij? wat brengt je op die gedachte?; met bezwaren komen bezwaren opperen; tot zichzelf komen de zelfbeheersing herkrijgen; tot iets komen iets doen; het is er nooit van gekomen het is nooit gebeurd of verwezenlijkt
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.