Betekenis 'Aan'

Je hebt gezocht op het woord: Aan.

1aan (voorzetsel) 1drukt een verbinding uit: aan een boom gespijkerd2drukt een ononderbroken opeenvolging van eenheden uit: huis aan huis achtereenvolgens bij alle huizen3ten gevolge van een aanraking: zich verwonden aan een mes4door: sterven aan een ziekte5in de richting van: stuur het aan de voorzitter6in de buurt van: wonen ze niet aan de haven?7wat betreft: een tekort aan kennis8op, bij, in: aan boord zijn9in de macht van: dat ligt aan uzelfaan de kleine kant eigenlijk iets te klein; aan het werk zijn op dit ogenblik werken; hij is een brief aan het schrijven schrijft op dit ogenblik een brief; aan de drank zijn (te) veel alcohol gebruiken; het aan de longen enz. hebben daaraan lijden; hij wil er niet aan is niet over te halen; hij wist niet wat hij ermee aan moest hij wist niet hoe het probleem op te lossen 2aan (bijwoord) 1er is niets aan (a) het is niet moeilijk; (b) het is niet aantrekkelijk, niet mooi; het kalm aan doen zich niet te veel inspannen 3aan (bijvoeglijk naamwoord) 1de kachel is aan brandt; het is weer aan ze hebben weer verkeringaan iets toe zijn (a) op het punt ermee te beginnen; (b) iets nodig hebben; hij is er slecht aan toe verkeert in een slechte toestand; ik weet niet waar ik aan toe ben wat ik mag of niet mag

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.