Betekenis '[stop]'

Je hebt gezocht op het woord: [stop].

1stop (de; m) 1(meervoud: stoppen) iets dat dient om een opening af te sluiten2(meervoud: stoppen) zekering: (figuurlijk) de stoppen zijn bij hem doorgeslagen hij is buiten zichzelf (van woede)3(meervoud: stops) bepaling van een maximum of minimum: ledenstop, prijsstop, studentenstop4(meervoud: stops) het ophouden met iets, het stilstaan: een stop maken; tussenstop 2stop (tussenwerpsel) 1sta stil!2genoeg! stop·pen (stopte, heeft, is gestopt) 1vullen, dichtmaken: kousen stoppen de gaten erin dichten; een pijp stoppen met tabak vullen2in iets duwen: iets in zijn zak stoppen3tot stilstand brengen4stilhouden: de trein stopte5ophouden: stoppen met roken6tegenhouden; = keren

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.