Betekenis 'die'
Je hebt gezocht op het woord: die.
1die (aanwijzend voornaamwoord) 1that, (meervoud) those, (zonder zelfstandig naamwoord) that one, (meervoud) those (ones): heb je die nieuwe film van Spielberg al gezien? have you seen this new film by Spielberg?; die grote of die kleine? the big one or the small one?; niet deze maar die (daar) not this one, that one; mevrouw die en die Mrs so and so, Mrs such and such2that, (meervoud) those, (zonder zelfstandig naamwoord) that one, (meervoud) those (ones): mijn boeken en die van mijn zus my books and my sister's (of: those of my sister); die tijd is voorbij those times are over; die van mij, jou, hem, haar, ons, jullie, hen mine, yours, his, hers, ours, yours, theirs; ze draagt altijd van die korte rokjes she always wears (those) short skirts; ken je die van die man die … do you know the one about the man who …?; die is goed that's a good one; o, die! oh, him! (of: her!); waar is je auto? die staat in de garage where's your car? it's in the garage; die zit! bull's-eye!, touché!
2die (betrekkelijk voornaamwoord) 1that, (persoon ook) who, (als voorwerp ook) whom, (zaak ook) which: de kleren die u besteld heeft the clothes (that, which) you ordered; de man die daar loopt, is mijn vader the man (that is, who is) walking over there is my father; de mensen die ik spreek, zijn heel vriendelijk the people (who, that) I talk to are very nice; dezelfde die ik heb the same one (as) I've got; zijn vrouw, die arts is, rijdt in een grote Volvo his wife, who's a doctor, drives a big Volvo
3die (persoonlijk voornaamwoord) 1(genderneutrale subjectsvorm) they
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.