Betekenis 'zak'
Je hebt gezocht op het woord: zak.
zak 1(verpakking) Sack m, (klein) Tüte v, Beutel m: een papieren zak eine Papiertüte; een plastic zak ein Plastikbeutel, eine Plastiktüte; een zak patat eine Tüte Pommes; (figuurlijk) de zak krijgen gefeuert werden2(in kleren) (ook figuurlijk) Tasche v: iem. in zijn zak hebben jmdn. in die Tasche stecken; dat kon hij in zijn zak steken das galt ihm; hij leeft op zijn vaders zak er liegt seinem Vater auf der Tasche; weinig geld op zak hebben wenig Geld in der Tasche haben; uit eigen zak betalen aus eigener Tasche bezahlen3(buidel) Beutel m4(scheldwoord, informeel) Sack m: een slappe zak ein Weichei; stomme zak! blöder Sack!¶(informeel) ik begrijp er geen zak van ich verstehe nicht die Bohne davon; in zak en as zitten in Sack und Asche gehen
zakken 1(naar beneden gaan) fallen, sinken: door het ijs zakken auf dem Eis einbrechen; in elkaar zakken zusammensinken; laten (of: doen) zakken senken; (figuurlijk) iem. laten zakken jmdn. fallen lassen; zijn broek laten zakken die Hose herunterlassen; de koersen zakken die Kurse fallen; de hoofdpijn is gezakt die Kopfschmerzen haben nachgelassen; het water is gezakt das Wasser ist gefallen2(niet slagen) durchfallen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.