Betekenis 'jour'

Je hebt gezocht op het woord: jour.

jour (m) 1dag: le jour J D-day; l'autre jour onlangs; de jour overdag, bij dag; vivre au jour le jour bij de dag leven; un (beau) jour op zekere dag; un jour de congé vrije dag, snipperdag; un jour férié een feestdag; du jour au lendemain (a) van de ene dag op de andere; (b) op staande voet; de nos jours tegenwoordig; un de ces jours één dezer dagen, binnenkort; ce jour-là die dag; jour pour jour op de dag af; ce n'est pas mon jour ik heb mijn dag niet; jour et nuit dag en nacht; de tous les jours (alle)daags, doordeweeks; d'un jour à l'autre (a) binnenkort; (b) van de ene dag op de andere; un jour ou l'autre eens; jour de l'An nieuwjaarsdag; huit jours een week; quinze jours veertien dagen; jour des morts Allerzielen; grands jours hoogtijdagen; vieux jours oude dag, ouderdom; être à jour bij(gehouden) zijn; (re)mettre à jour bijwerken; tenir à jour bijhouden, updaten2daglicht, licht, levenslicht: le jour se lève de dag breekt aan; en plein jour op klaarlichte dag; au grand jour open en bloot; petit jour vroege morgen; il fait jour het is licht; au point du jour bij het aanbreken van de dag; présenter sous un jour favorable in een gunstig daglicht stellen; donner le jour à het leven schenken aan; voir le jour het levenslicht aanschouwen, ontstaan; se faire jour duidelijk worden, naar boven komen; mettre au jour voor de dag halen, blootleggen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.