Naar verluid of naar verluidt?

Vraag:
Wat is juist: Naar verluid zal ze aftreden of Naar verluidt zal ze aftreden?

Antwoord:
Juist is: Naar verluidt zal ze aftreden.

Uitleg:
De uitdrukking 'naar verluidt' wordt vaak gebruikt in journalistieke teksten om te zeggen dat men iets niet helemaal zeker weet, maar wel redenen heeft om aan te nemen dat het waar is. Het betekent zoiets als 'naar men zegt' of 'volgens betrouwbare bronnen'.

Verluiden is een werkwoord dat buiten deze uitdrukking nauwelijks meer gebruikt wordt. Van Dale geeft nog als voorbeeld Ik heb horen verluiden, dat ..., maar dat klinkt al behoorlijk ouderwets. En doordat het werkwoord niet meer tot de actieve taal behoort, is het lastig te zien hoe een en ander in elkaar zit.

De oorspronkelijke uitdrukking is 'naar het verluidt'. Dat het is het persoonlijk naamwoord van de derde persoon enkelvoud. Het werkwoord staat daarom ook in die persoon en dan krijg je stam (verluid) + t, dus verluidt.

De spelling naar verluid, die je ook weleens tegenkomt, kan alleen juist zijn wanneer je de werkwoordsvorm opvat als een voltooid deelwoord. De uitdrukking zou dan moeten betekenen 'naar het verluid heeft, zoals gezegd is', maar dat is niet het geval. Van een voltooide tijd is hier geen sprake. Juist is daarom alleen: naar verluidt.

Theo de Boer, auteur van het Van Dale Taalhandboek Nederlands