Betekenis 'tuit'

Je hebt gezocht op het woord: tuit.

tuit (de; v(m); meervoud: tuiten) 1(aan een pot, kan of ketel) pijp om door te schenken: tranen met tuiten huilen heel erg tui·ten (tuitte, heeft getuit) 1ruisen: mijn oren tuiten van al die drukte2de vorm van een tuit geven: de lippen tuiten

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.