Betekenis 'spits'

Je hebt gezocht op het woord: spits.

1spits (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: spitser, overtreffende trap: spitst) 1puntig, scherp uitlopend2scherpzinnig, pienter 2spits (de; v(m); meervoud: spitsen) 1puntig uiteinde, scherpe punt: iets op de spits drijven een ruzie tot het uiterste drijven2spitsuur3(sport) de aanval: in de spits spelen 3spits (het/de; o en v(m)) 1het (of: de) spits afbijten als eerste iets doen 4spits (de; m/v/x; meervoud: spitsen) 1(sport) aanvaller spit·sen (spitste, heeft gespitst) 1een spits of punt maken aan2opsteken: de oren spitsen scherp luisteren

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.