Betekenis 'slapen'

Je hebt gezocht op het woord: slapen.

1slaap (de; m; meervoud: slapen) 1elk van de vlakke delen van het hoofd naast het voorhoofd 2slaap (de; m) 1toestand van algehele rust, waarbij de zintuigen niet werken en het bewustzijn ophoudt: in slaap vallen2behoefte aan deze toestand: slaap krijgen sla·pen (sliep, heeft geslapen) 1de slaap ondergaan2niet waakzaam zijn; = suffen3tijdelijk buiten werking zijn: slapende (bank)rekening waarmee lange tijd niets is gebeurd4(van ledematen) tijdelijk krachteloos zijn en een tintelend gevoel geven

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.