Betekenis 'reden'

Je hebt gezocht op het woord: reden.

1re·de (de; v(m)) 1het begrips- en onderscheidingsvermogen van de mens; het gezond verstand: iem. tot rede brengen ervoor zorgen dat hij weer naar gezond verstand luistert; niet voor rede vatbaar zijn onredelijk zijn; dat ligt in de rede dat zou redelijk, logisch zijn2het spreken: iem. in de rede vallen iemands woorden onderbreken; (taalkunde) de directe rede woordelijke weergave van iemands woorden (bv.: Ze zei: "Ik kom"); indirecte rede weergave van iemands woorden in een andere vorm (bv.: Ze zei dat ze kwam)3(meervoud: redes, redevoeringen) redevoering, toespraak 2re·de (de; v(m); meervoud: reden) 1beschutte ankerplaats buiten de haven: de rede van Vlissingen re·den (de; v(m); meervoud: redenen) 1hetgeen iem. als verklaring van een toestand, een door hem verrichte daad enz. geeft2argument rij·den (reed, heeft, is gereden) 1zich laten voortbewegen, zittend op een rijdier of met een voertuig: op een rijdende trein springen meedoen aan iets dat al op gang gekomen is2een rijdier of voertuig laten voortbewegen: paardrijden; autorijden3schaatsen4onrustig over een oppervlakte heen en weer bewegen: op zijn stoel zitten te rijden

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.