Betekenis 'pik'

Je hebt gezocht op het woord: pik.

1pik (de; m) 1de pik op iem. hebben hem niet mogen en dit laten blijken 2pik (meervoud: pikken) 1(v(m)) soort houweel2(v(m)) (informeel) penis: op zijn pik getrapt zijn beledigd zijn3(m) (informeel) man, manspersoon: (negatief) corpspik corpsbal pik·ken (pikte, heeft gepikt) 1met de snavel bijten of slaan2met een puntig voorwerp in iets prikken om het beet te krijgen3(informeel) stelen, jatten4accepteren, dulden: zoiets pik ik nieteruit gepikt worden aangewezen worden, bv. als schuldige of om iets onaangenaams te ondergaan

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.