Betekenis 'opvang'

Je hebt gezocht op het woord: opvang.

op·vang (de; m; meervoud: opvangen) 1het geheel aan maatregelen die getroffen zijn om individuen of groepen op te vangen en te helpen op·van·gen (ving op, heeft opgevangen) 1in de beweging vangen en tegenhouden: een bal opvangen2in zijn werking of gevolgen tenietdoen: een klap opvangen; stijgende onkosten opvangen door contributieverhoging3helpen bij de overgang naar een nieuwe situatie: vluchtelingen opvangen; haar vrienden hebben haar na het ongeluk goed opgevangen4(van vloeistoffen) in iets laten lopen of verzamelen: regenwater opvangen in een ton5(van geluiden, stemmen, signalen enz.) terloops waarnemen: flarden van een gesprek opvangen; een glimp opvangen van iem. of iets

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.