Betekenis 'omtrekken'

Je hebt gezocht op het woord: omtrekken.

om·trek (de; m) 1(meervoud: omtrekken) buitenlijn, grens(lijn): iets in omtrek schetsen alleen in hoofdlijnen2(wiskunde) lijn of lijnen waardoor een vlak wordt ingesloten; gezamenlijke lengte van die lijn(en): de omtrek van een cirkel; drie meter in omtrek3omliggend land: niemand hier in de omtrek kent hem; in de wijde omtrek om·trek·ken (trok om, heeft, is omgetrokken) 1omvertrekken2trekken langs de omtrek van een ruimte, een leger enz.: een omtrekkende beweging maken (a) om de vijand heen trekken om hem de pas af te snijden of in de rug aan te vallen; (b) indirect iets proberen te bereiken

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.