Betekenis 'kruisen'

Je hebt gezocht op het woord: kruisen.

kruis (het; o; meervoud: kruisen, kruizen) 1voorwerp waarmee de doodstraf werd voltrokken bij de Romeinen, dat bestaat uit twee verbonden (loodrecht op elkaar staande) balken2kruisvormig voorwerp3kruisvormig teken: een kruis maken, slaan kruisteken; (België) een kruis over iets maken er een punt achter zetten; het Rode Kruis liefdadige vereniging4versiersel van een ridderorde5zijde van een munt waarop de afbeelding van de vorst(in) staat: kruis of munt spelen6(christendom) het lijden van Christus; (figuurlijk) leed, ramp: elk huis(je) heeft zijn kruis(je)7(muziek) teken (♯) dat aangeeft dat de noot een halve toon verhoogd moet worden8gedeelte van het menselijk lichaam waar de benen samenkomen: zich in zijn kruis getast voelen zwaar beledigd zijn9deel van een broek dat het kruis (8) bedekt krui·sen (kruiste, heeft gekruist) 1plaatsen ten opzichte van elkaar dat er een kruis wordt gevormd: de degens kruisen (met de degen) strijden2elkaar snijden: die wegen kruisen elkaar; elkaar kruisen elkaar in tegengestelde richting voorbijgaan3(van schepen) heen en weer varen4(van planten, dieren) laten bevruchten door een exemplaar van een ander ras, andere soort

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.