Betekenis 'korten'

Je hebt gezocht op het woord: korten.

1kort (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1niet lang2klein: iem. kort houden niet veel vrijheid laten3niet lang durend: een korte tijd4beknopt, niet uitvoerig; = beperkt: een kort verslag; kort en goed direct en zonder veel omhaal; om kort te gaan inleiding op een samenvattinger is duizend euro te kort er ontbreekt € 1000,- 2kort 1tot voor kort tot onlangs kor·ten (kortte, heeft, is gekort) 1korter maken2minder lang laten lijken: de tijd korten3aftrekken; = inhouden: iem. korten op zijn uitkering4korter worden: de dagen korten

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.