Betekenis 'kippen'

Je hebt gezocht op het woord: kippen.

kip 1(v; meervoud: kippen; verkleinwoord: kippetje) bep. vrouwelijke hoenderachtige vogel; hoen, hen: hij is er als de kippen bij zeer vlug; redeneren als een kip zonder kop erg dom; van een kale kip kun je niet plukken bij een schuldenaar die niets bezit, valt niets te halen; met de kippen op stok gaan vroeg gaan slapen; de kip met de gouden eieren slachten door ongeduldig winstbejag de bron van inkomsten tenietdoen; geen kip niemand2(v(m)) toebereide kip; = kippenvlees

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.