Betekenis 'heilig'

Je hebt gezocht op het woord: heilig.

hei·lig (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1zonder zonde; rein, volmaakt: niemand is heilig2eerbiedwaardig, verheven: de Heilige Schrift de Bijbel; een heilig ontzag voor iem. hebben diep3(rooms-katholiek) heilig verklaard: de heilige Petrus en Paulus; iem. heilig verklaren als paus een uitspraak doen waardoor iem. in het vervolg als heilig wordt vereerd4onkreukbaar, onverbreekbaar: de vrije zaterdag is voor hem heilig daar houdt hij strikt de hand aan; dat is er nog heilig bij steekt, ofschoon slecht, gunstig bij iets zeer ongunstigs af hei·li·gen (heiligde, heeft geheiligd) 1heilig maken: het doel heiligt de middelen als het doel goed is, doet het er niet toe hoe het wordt bereikt

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.