Betekenis 'deken'

Je hebt gezocht op het woord: deken.

1de·ken (meervoud: dekens) 1(m/v/x) hoofd, overste2(m) (rooms-katholiek) pastoor van een parochie, belast met het toezicht over een aantal parochies 2de·ken (de/het; v(m) en o; meervoud: dekens) 1kleed om onder te slapen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.