Betekenis 'breken'

Je hebt gezocht op het woord: breken.

bre·ken (brak, heeft, is gebroken) 1stukmaken: hij kan hem maken en breken hij is ver zijn meerdere2tenietdoen, verzwakken: een staking breken (a) krachtig onderdrukken; (b) er niet aan meedoen3schenden: zijn eed breken4een deel van een geheel met geweld scheiden: een tak van een boom breken5stuiten: zijn val werd gebroken door de struiken6op een gewelddadige manier kapotgaan: het glas brakmet iem. breken de omgang beëindigen; zich het hoofd breken over zich suf piekeren over; toen hij dat hoorde, brak hij stortte hij geestelijk in

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.