Betekenis 'bezeten'
Je hebt gezocht op het woord: bezeten.
be·ze·ten (bijvoeglijk naamwoord) 1krankzinnig, dol: bezeten van iets alleen denkend aan
be·zit·ten (bezat, heeft bezeten) 1in bezit hebben: de bezittende klasse mensen die veel geld en en andere dingen hebben
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.