Betekenis 'bellen'

Je hebt gezocht op het woord: bellen.

1bel (de; v(m); meervoud: bellen; verkleinwoord: belletje) 1voorwerp dat een hoog geluid voortbrengt: fietsbel; een belletje doen rinkelen opmerkzaam maken op iets; aan de bel trekken aandacht vragen voor een misstand2zo'n voorwerp bij de voordeur: een elektrische bel, een deurbel; belletje trekken voor de grap ergens aanbellen en hard weglopen(informeel) iem. een belletje geven hem opbellen 2bel (de; v(m); meervoud: bellen; verkleinwoord: belletje) 1blaasje: bellen blazen; luchtbel2grote hoeveelheid gas3groot glas bel·len (belde, heeft gebeld) 1met een bel een sein geven2telefoneren: mobiel bellen met een mobiele telefoon

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.