Betekenis 'banden'

Je hebt gezocht op het woord: banden.

1band (de; m; meervoud: banden) 1reep van stof of leer die dient om te binden2iets dat bindt: iem., iets aan banden leggen beteugelen; uit de band springen zich laten gaan3met lucht gevulde ring van rubber om een wiel4omslag met een sterke rug waarin een boek wordt gebonden5binnenrand van een biljart6transportband: de lopende band systeem waarbij op een transportband een voorwerp verschillende arbeiders passeert, die elk een bep. handeling verrichten; aan de lopende band telkens, heel vaak7strook magnetisch materiaal om beeld en geluid vast te leggen(bij vechtsporten) de groene, zwarte enz. band bij wijze van sterkteaanduiding gedragen 2band (het; o) 1lintvormig weefsel 3band (de; m; meervoud: bands) 1(muziek)korps; militaire kapel; = popgroep 1ban·nen (bande, heeft gebannen) 1verdrijven, verjagen: iem. uit zijn gezelschap bannen; ban de bom verbied het gebruik van (atoom)bommen (leuze van de vredesbeweging) 2ban·nen (bande, heeft geband) 1de toegang tot een internetforum, website e.d. ontzeggen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.