Betekenis 'Spruit'

Je hebt gezocht op het woord: Spruit.

spruit (meervoud: spruiten) 1(v(m)) (plantkunde) uitloper, loot, kiem; tak van een onderaardse stengel2(m/v/x) kind, afstammeling: de jongste spruit3(v(m)) spruitje: verse spruiten sprui·ten (sproot, is gesproten) 1uitlopers krijgen of voortbrengen2voortkomen, afstammen

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.