Betekenis 'Scheuren'

Je hebt gezocht op het woord: Scheuren.

scheur (de; v(m); meervoud: scheuren) 1barst, kloof, spleet; een scheur in een muur scheu·ren (scheurde, heeft, is gescheurd) 1door trekken een spleet of smalle opening in iets maken: zijn jas scheuren aan een spijker2verscheuren: iets in stukken scheuren3door trekken verwijderen: een blad van een kalender scheuren4een scheur of scheuren krijgen5roekeloos en snel rijden

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.