Betekenis 'Op'

Je hebt gezocht op het woord: Op.

1op (voorzetsel) 1een plaats aanduidend: op de tafel steunend op; op de deur kloppen tegen; op een dorp wonen in; op zijn kamer zijn in; dicht op elkaar op een kleine oppervlakte samengebracht; op huis aan in de richting van, naar huis toe; op de trein stappen in; (België) op café gaan daarnaartoe2een tijd aanduidend: op een dag eens, ooit; op dat ogenblik als het genoemde tijdstip is gekomen; op het rumoer volgde een stilte na; (een overgang aangevend) de nacht van maandag op dinsdag3een omstandigheid aanduidend: op schoenen met schoenen aan4een manier aanduidend: op zijn dooie gemak heel kalm en langzaam; (bij herhaling) keer op keer steeds weer; op safe spelen, op zeker rijden zo veilig, voorzichtig mogelijk5een middel aanduidend: op een piano spelen6een oorzaak aanduidend: op aanraden van7een doel aanduidend: op bezoek komen8een voorwaarde aanduidend: op vertoon van uw identiteitsbewijs9een verhouding aanduidend: één op de duizend één van elke duizend10als vast voorzetsel bij bepaalde werkwoorden: rekenen op hulp; vertrouwen op iemands woord11om datgene uit te drukken wat je bij het proosten wenstop gang komen meer snelheid krijgen; Els is op Ed is verliefd op 2op (bijwoord) 1naar een hogere plaats: berg op en af; op en neer van boven naar beneden en omgekeerd; al op zijn al uit bed, opgestaan; de zon was nog niet op opgegaan2zo, dat er niets over is; = verbruikt: mijn geld was op verbruikt; het kon niet op er kwam geen einde aan; ik was helemaal op uitgeput

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.