Betekenis 'crash'

Je hebt gezocht op het woord: crash.

crash (de; m; meervoud: crashes) 1groot bankroet2botsing; = vliegtuigongeluk3(computer) het crashen cra·shen (crashte, is gecrasht) 1(van beurskoersen) zeer sterk dalen2botsen; = neerstorten3vastlopen (en kapotgaan)

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.